Na een zwarte week in het olympische zwembad van Rio de Janeiro ging maandag op de wereldberoemde Copacabana letterlijk en figuurlijk de zon weer schijnen voor de Nederlandse zwemploeg.

Met groot machtsvertoon zwom Sharon van Rouwendaal naar de olympische titel in de openwaterwedstrijd over 10 kilometer. Vergeten waren al die eenzame momenten in Narbonne, al die loodzware trainingen van haar Franse ‘beul’ Philippe Lucas, al die fysieke problemen.

“Ik train al drie jaar zó hard bij Philippe. Ik zit daar helemaal alleen, zonder familie. Al dat harde werken kwam er nu uit”, zei Van Rouwendaal, met de gouden medaille om haar nek op de boulevard. “Ik dacht tijdens de race alleen maar: ik heb niet voor niets drie jaar zo hard getraind. Het gaat me niet gebeuren dat ik hier niet als eerste aantik.”

Beduusd onder plichtplegingen

Zichtbaar beduusd onderging ze alle plichtplegingen die een olympisch kampioene moet doorstaan. Tientallen interviews, de podiumceremonie, de omhelzingen met haar zus en collega-zwemmers. Vanaf een badhanddoek op het strand zagen onder anderen Sebastiaan Verschuren, Inge Dekker en de coaches van de geplaagde zwemploeg hoe Van Rouwendaal de race van haar leven zwom.

De 22-jarige zwemster sloeg het advies van haar coach Lucas in de wind. Die had gezegd: zo laat mogelijk gaan, de laatste 200 meter zijn voor jou. Maar voor Van Rouwendaal, die alles op gevoel doet, lag het tempo in de wedstrijd door het woelige zeewater veel te laag. “Ik dacht: wat zijn we aan het doen? Eigenlijk was ik aan het ‘chillen’.”

Tijdens de derde van vier rondes, met nog 4 kilometer te gaan, ging de turbo erop. "Tegen de golven in ben ik weggesprint, eerst met mijn benen. Vervolgens kon ik snelheid houden met mijn armen, lekker 'raggen'.''

'Magistraal geracet'

Vanaf het strand zag Wouda het glimlachend aan. De bondscoach van de openwaterzwemmers, die Maarten van der Weijden in 2008 al naar olympisch goud leidde, stak tussen alle badgasten juichend zijn armen omhoog toen Van Rouwendaal als eerste aantikte. "Hulde voor haar, ze heeft magistraal geracet'', zei Wouda, terwijl het water om zijn voeten klotste.

Huilend viel Van Rouwendaal op de kant iedereen in de armen. "Het is zo'n zwaar jaar geweest, dit goud was héél ver weg.'' De altijd weinig spraakzame Lucas zei aan de kant slechts één ding tegen zijn pupil. "Dit is het waard om zo hard voor te trainen.'' En zo denkt Van Rouwendaal er nu ook over.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl